Published by Jan Denys, on 07/08/2008
Er wordt dikwijls beweerd dat moderne politieke partijen steeds meer functioneren als private bedrijven. Dit is ongetwijfeld juist. Het omgekeerde is echter evenzeer waar. Heel veel bedrijven functioneren als zeer traditionele politieke partijen.
Dat politieke partijen steeds bedrijfsmatiger gaan handelen is overduidelijk. Deze trend werd in de V.S. ingezet in de zestiger jaren en overspoelde nadien de gehele Westerse wereld. In de huidige politieke realiteit wordt de kiezer beschouwd als een consument die moet worden verleid. Omgekeerd is het politiek programma een product dat moet worden verkocht. Het programma wordt voortdurend getoetst aan marktonderzoek en bijgestuurd indien nodig. Er wordt ook meer en meer publiciteit gemaakt voor het programma of voor afzonderlijke programmapunten. De stijl wordt even belangrijk zoniet belangrijker dan de inhoud. Als politieke partij kun je het de dag van vandaag niet meer redden zonder een flinke portie marketing. Er is in deze geen wezenlijk verschil tussen de verschillende politieke partijen. Ook de meest alternatieve partijen werken met marketingbedrijven. Een verschil met private bedrijven blijft wel dat politieke partijen door de overdreven media-aandacht voor de politiek meer kunnen inzetten op gratis publiciteit in de pers. Dat compenseert de mindere financiële draagkracht van een gemiddelde politieke partij. De ontwikkelingen in de V.S. laten echter vermoeden dat betaalde publiciteit van politieke partijen in de toekomst nog aan gewicht zal winnen. Dat politieke partijen op bedrijven beginnen te lijken is dus onmiskenbaar. Wat minder in de aandacht komt in de pers is dat bedrijven ook op politieke bedrijven lijken.
Veel bedrijven functioneren namelijk als politieke partijen of kunnen worden gezien als een biotoop waar verschillende partijen strijden om de macht. In veel bedrijven is er sprake van een conservatieve fractie die vooral uit is op consolidatie met daartegenover een progressieve fractie die de zaken in beweging wil krijgen. Partijvorming kan echter ook persoonsgebonden zijn met twee duidelijke leidersfiguren of te maken hebben met taal, leeftijd of afdelingen in het bedrijf. Deze tweespalt is dikwijls zichtbaar op directieniveau maar sijpelt meestal ook door naar het middenmanagement en soms zelfs tot op het uitvoerend niveau. Nieuwkomers in het bedrijf dienen zich meestal na verloop van tijd aan te sluiten bij deze of gene fractie. Dit gebeurt niet via formele mechanismen maar toch zijn de lidmaatschappen na verloop van tijd duidelijk voor alle insiders. Wie weigert toe te treden zal in veel gevallen aan de kant blijven staan en sterk gehinderd worden om promotie te maken. Heel wat feitelijk gedrag in een onderneming is ook niet duidelijk indien men het partijlandschap niet kent.
Het bestaan van verschillende partijen in een bedrijf hoeft niet noodzakelijk negatief te zijn. In de meerderheid van de gevallen functioneren ze als een soort coalitie op basis van een consensus. Dit werkt in veel gevallen zeer goed. Een sterke leidersfiguur in een bedrijf kan meestal voorkomen dat partijvorming negatieve consequenties genereert. In andere gevallen gaat het echter om een strijd op leven en dood. Daarbij zullen de partijen vooral beletten dat de tegenpartij scoort. Initiatieven die door de tegenpartij worden opgestart worden tegengewerkt of zelfs gesaboteerd. Alle energie wordt dan negatief omgezet, het bedrijf richt zich naar binnen terwijl buiten de oorlog woedt en gaat uiteindelijk ten onder. De buitenwereld heeft het dan over wanbeleid maar dikwijls faalt een bedrijf ten gevolge van een niet aflatende interne politieke strijd. Veel CEO’s falen ook omdat ze de interne politieke strijd niet of te laat onderkennen of niet in goede banen kunnen leiden.
Dat politiek in bedrijven belangrijk is wordt vooral duidelijk bij een fusie of bij een overname. Op dat ogenblik worden de kaarten herschud. Coalities vallen dikwijls uiteen al is het maar omdat er heel wat mensen het bedrijf verlaten en nieuwe binnenkomen. Dat CEO’s die nieuw binnenkomen in een bedrijf dikwijls een bepaalde managementlaag vervangen is niet altijd een gevolg van ontbrekende competenties. Soms is het enkel en alleen vanuit een politiek perspectief te verklaren. De CEO wenst zich te omringen met vertrouwenspersonen om voldoende gewapend te zijn de politieke strijd in het bedrijf te kunnen controleren..
Het is opmerkelijk dat er in de managementwetenschappen weinig aandacht gaat naar het politiek functioneren van bedrijven. Soms wordt het fenomeen zelfs ontkend of wordt het als een voorbeeld van slechte bedrijfsvoering gezien. In de V.S. hebben politologen zich in de jaren tachtig bezig gehouden met dit thema en er boeiende artikelen over geschreven. Belgische wetenschappelijke activiteit op dit vlak is mij niet bekend. Nochtans ligt er in heel wat Belgische maar ook internationale bedrijven voldoende stof voor verdere analyse.
(Deze column verscheen eerder in De Tijd)
Your email address will not be published. Required fields are marked*