Published by Inge Geerdens, on 27/09/2008
De socialistische vakbond legt in aanloop naar het sociaal overleg een stevige eisenbundel op tafel. Iedere werknemer die dat wenst moet 38 uren kunnen presteren in een vierdaagse werkweek, luidt één van hun verzuchtingen. Dergelijk voorstel lanceren op een moment dat de economie rake klappen krijgt, getuigt niet bepaald van veel inzicht. Het klinkt natuurlijk mooi, zo’n vierdaagse werkweek. Vast en zeker win je er de nodige zieltjes mee. Of het ook realiseerbaar is, blijkt een ander paar mouwen.
Laten we ervan uitgaan dat de vakbond deze eis binnenrijft en we binnenkort allemaal over drie vrije dagen per week beschikken. Ik geef je op een briefje dat er gedonder van komt. Want natuurlijk wil iedereen dan op maandag of vrijdag thuisblijven, terwijl pakweg een donderdag of een dinsdag veel minder in de smaak zal vallen. Nochtans kan je onmogelijk je bedrijf op maandag of vrijdag sluiten.
In een diensteneconomie zoals de onze verwacht ik absoluut geen heil van een vierdagenweek. Wij moeten onze klanten van maandag tot en met vrijdag steeds kunnen bedienen tussen 9 en 17u30. Dat is toch echt niet teveel gevraagd. Ik zie met de beste wil van de wereld niet in wat ik kan doen met medewerkers die vanaf 7u tot pakweg 20u aanwezig zijn. Op de koop toe betekent zo’n vierdagenweek ook dat de baas wel heel lange dagen zal moeten maken. Als je medewerkers dan toch vier lange dagen kloppen, lijkt het me niet ideaal om bij het ochtendgloren en de avondschemer zelf niet beschikbaar te zijn.
Het idee van een vierdaagse werkweek past in de grotere vraag naar flexibiliteit. Louter voor de werkgevers, natuurlijk. Verwacht namelijk geen flexibiliteit in return van je werknemers. Ho maar. Terwijl flexibiliteit in mijn ogen vooral geven en nemen in het belang van een onderneming is. Overwerken wanneer het erg druk is en ‘recup’ nemen als het kalmer is. Dat lijkt de evidentie zelve, maar dat is het duidelijk niet. En als de vakbonden dan nog wat leuke voorstelletjes gaan toeteren, betert het er niet op. Ondertussen kijk ik al uit naar de stakingen die zullen volgen op de introductie van de vierdaagse werkweek. Ongetwijfeld zullen de vakbonden vinden dat 38 uren presteren in vier dagen tijd teveel druk op de werknemer legt en dat 8 uur per dag het maximum is. En vermits de vierdagenweek tegen dan een verworven recht is, zitten de werkgevers met de gebakken peren.
Ach, waarom zou ik er van wakker liggen? Ik heb zo het gevoel dat we ons binnen afzienbare tijd niet meer druk hoeven te maken over hoe we willen werken. Komen er nog meer zulke ideeën uit de vakbondskoker, zullen alle jobs ons ontglippen. Leg maar eens uit aan een buitenlandse multinational die wil investeren dat de vierdaagse werkweek een bijkomende eis is. Ik hoor ze nu al hard lachen. En als ze dan eindelijk doorhebben dat het geen Belgenmop is, zullen ze ons land mijden als de pest. Ook onze eigenste kmo’s en bedrijven hebben geen boodschap aan de nutteloze en buitensporige proefballonnetjes die om de zoveel tijd worden opgelaten. Wij hebben al onze tijd nodig om met man en macht het hoofd boven water te houden en onze klanten de service te bieden die ze van ons verwachten. Gepalaver is aan ons niet besteed.
(Deze column verscheen eerder in De Tijd)
Goed stuk Inge!
Volgens mij is het een beetje wat wordt de kip en wat wordt het ei verhaal. Ik kan me goed voorstellen dat we in de toekomst wél een vergelijkbare flexibiliteit hebben. Maar dat is alleen mogelijk als andere factoren, zoals de vraag van de klant, mee flexibiliseren. Pas als er vraag naar is om van 7.00-20.00 service te leveren heeft het zin om dat te doen.
Misschien stelt dat ook eisen aan de grootte van organisaties. Want de ondersteuning van de service (management, IT) moet natuurlijk ook aanwezig zijn.
Your email address will not be published. Required fields are marked*