Published by Jan Denys, on 10/11/2008
De voorbije Amerikaanse presidentsverkiezingen hebben geleid tot een karrenvracht aan beschouwingen over het betrokken land in de media. Vreemd genoeg werden er nagenoeg geen beschouwingen gewijd aan de Amerikaanse arbeidsmarkt. Nochtans speelde deze arbeidsmarkt ook een rol in de presidentiële campagne.
De Amerikaanse arbeidsmarkt is in nagenoeg niets te vergelijken met de Europese. Dat maakt het voor Europeanen ook zeer moeilijk om er een gefundeerd oordeel over uit te spreken. In ‘the land of the free’ is de arbeidsmarkt weinig gereguleerd. Er is zelfs met moeite sprake van enige vorm van arbeidsmarktbeleid, zeker op federaal niveau. Sociale partners spelen er geen rol van betekenis. Tijdens een recente hoorzitting in het Amerikaanse Congres naar aanleiding van de oplopende werkloosheid vroeg een congreslid in alle ernst of er nood was aan bijkomende opleiding voor de nieuwe werklozen. De gemiddelde werknemer kent weinig of geen sociale bescherming en kan alleen maar dromen van een jaarlijkse vakantie van 4 weken of betaald ziekteverlof. Heel wat werknemers in de privé-sector zijn zelfs helemaal niet verzekerd tegen ziekte of medische kosten.
Het sterke punt van de Amerikaanse arbeidsmarkt is de jobcreatie. Bovendien geraken de jobs behoorlijk vlot ingevuld. De Amerikaanse arbeidsmarkt kent traditioneel een hoge werkzaamheidgraad van meer dan 70%. Sinds de jaren ’80 lag de werkloosheidsgraad onder de 5%. Dit jaar is daar voor het eerst verandering in gekomen. De werkloosheid steeg sinds september vorig jaar met maar liefst 31% tot 6,1% wat neerkomt op bijna 10 miljoen Amerikanen. In 47 van de 50 staten steeg de werkloosheid. Algemeen wordt verwacht dat de werkloosheid het komende jaar nog gaat stijgen. Een werkloosheidsgraad van 8% wordt niet uitgesloten. Daarnaast zijn ook veel meer Amerikanen onvrijwillig deeltijds aan het werk. Hun aantal steeg met 27% tot bijna 6 miljoen. Dit alles betekent dat werkloosheid als maatschappelijk fenomeen voor het eerst in bijna 30 jaar weer op de politieke agenda staat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beide presidentskandidaten hebben ingezet op de creatie van nieuwe jobs. Obama trekt daarbij een eerder proctectionistische kaart. Hij voorziet belastingsvermindering voor bedrijven die beslissen in eigen land te blijven produceren. Dit kan leiden tot een terugkeer van jobs omdat ook de transportkosten de voorbije jaren sterk gestegen zijn. Dit laatste zal trouwens leiden tot een wereldwijde localisering van de maakindustrie. Op dit ogenblik is de gehele industrie in de VS nog goed voor hooguit 10% van de totale tewerkstelling, het laagste aandeel in de Westerse wereld. Verder wil Obama sterk inzetten op alternatieve energiebronnen wat eveneens voor vele tienduizenden banen moet zorgen. Hij heeft zich echter niet uitgesproken tegen het boren naar olie voor de Amerikaanse kust. Obama verwacht ook veel van grote infrastructuurwerken en investeringen in telecommunicatie. De infrastructuurwerken zouden goed moeten zijn voor maar liefst 2 miljoen directe en indirecte jobs. Hij wil ook iets doen aan het gebrekkige onderwijs. Het gemiddeld onderwijsniveau is vergeleken met andere OESO landen middelmatig. Bovendien is het verschil tussen goed en slecht presterenden zeer groot. Europa verkijkt zich in deze steeds weer op de toplaag van de onderwijsinstellingen. Ook deze investeringen zouden moeten leiden tot een grote jobcreatie in de betrokken disciplines.
Naast de oplopende werkloosheid is het thema van de (illegale) immigratie wellicht het belangrijkste arbeidsmarktthema geweest. Schattingen van het aantal illegale werknemers in de VS lopen van 12 tot 20 miljoen. Er is een vrij grote consensus dat grote delen van de economie gewoon niet meer kunnen functioneren zonder deze groep. Ondanks een veel minder ruime sociale zekerheid zijn er ook in de VS heel wat jobs die door de allochtone Amerikanen niet meer wensen gedaan te worden. Nochtans is er, mede onder invloed van 9/11, grote weerstand om deze groep te legaliseren. Een wetsvoorstel om deze groep onder bepaalde voorwaarden te legaliseren werd niet goedgekeurd. Het overtreden van de wet mag nooit worden beloond zo heet het bij de tegenstanders. Deze scheidingslijn loopt dwars door de verschillende politieke partijen. Ook de vakbonden zijn verdeeld. De beide presidentskandidaten hebben zich daarom niet geprofileerd op het thema. Tijdens de verschillende presidentiële debatten viel het woord migratie slechts één keer. Obama en McCain hebben zich in elk geval sterk uitgesproken tegen een deportatiebeleid. De moeilijke verhouding met migratie is op termijn de grootste bedreiging voor de Amerikaanse arbeidsmarkt. Een groot deel van het succes van de Amerikaanse economie rust precies op het met succes aantrekken van de meest getalenteerde kenniswerkers ter wereld. Als deze goudader niet meer wordt aangeboord ziet de toekomst er minder goed uit.
(Deze column verscheen eerder in De Tijd)
Your email address will not be published. Required fields are marked*