Published by Fons Leroy, on 28/05/2009
De afgelopen weken en dagen werden er wederom verscheidene collectieve ontslagen aangekondigd. In de media is er al sprake van een ‘tweede herstructureringsgolf’. Ook de recent alarmerende boodschappen van Paul Soete (Agoria) en Rudy De Leeuw (ABVV) doen vermoeden dat de economische crisis in het tweede kwartaal van dit jaar nog heel wat meer schade zal aanrichten op de Vlaamse arbeidsmarkt.
Het is een illusie te denken dat de lijst van de knelpuntberoepen sterk zal gereduceerd worden omwille van de huidige recessie. Door de vergrijzing en ontgroening van de beroepsbevolking stevenen we voor heel wat beroepen af op zware kwantitatieve tekorten naast de al bestaande kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt. De knelpunteconomie staat dan ook voor de deur.
Om hieraan iets daadwerkelijk te veranderen, moeten we dringend een viertrapsraket afschieten. Belangrijk hierbij is dat we deze raket in één keer de lucht inlaten met de vier opeenvolgende trappen. Eén trap afvuren heeft geen zin, dan haalt de raket zijn einddoel niet. Daarvoor moeten de vier trappen worden aangestoken. Maar er is wel een zekere systematiek in de opeenvolgende trappen.
De eerste trap heeft betrekking op het mobiliseren van de eigen arbeidsmarktreserve. Hier zijn er nog onbenutte mogelijkheden. Zo is er nog steeds een structurele ondervertegenwoordiging van bepaalde kansengroepen op de werkvloer en moeten we de werkzaamheidsgraad van personen van allochtone afkomst, 50-plussers en personen met een arbeidshandicap nog heel wat hoger kunnen opkrikken. Ook spreken we nog te weinig de verborgen arbeidsreserve aan.
Meer dan 260.000 Vlamingen zijn vandaag uitsluitend in het huishouden en niet op de arbeidsmarkt actief. Dat is een beduidende groep. Tot slot kan én moet de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt merkelijk beter. De toenemende ongekwalificeerde en misgekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs moet dringend gekeerd worden.
Als tweede trap schuiven we de interregionale mobiliteit binnen België naar voor. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest ligt de werkloosheid immers 2 à 3 keer zo hoog als in Vlaanderen. Volgens prognoses van het Planbureau zal de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen in 2012 op 69,3% liggen (net onder de Lissabondoelstelling vooropgezet voor 2010) maar in Wallonië nog maar op 57,6% en in Brussel op 57,5%. Het is dus absoluut noodzakelijk dat we Waalse en Brusselse werkzoekenden voluit activeren voor Vlaamse vacatures. Dit kan niet zonder zware bijkomende inspanningen gericht op de verhoging van de taalkennis.
De internationale mobiliteit binnen de EU is onze derde trap. Nu de administratieve barrières voor weer een aantal Lid-Staten zijn weggenomen, moet er dringend geopteerd worden voor een degelijke en volwassen Europese arbeidsbemiddeling. Het bestaand Eures-netwerk dat migrerende werknemers thans voornamelijk informeert, moet uitgebouwd worden als een echt
bemiddelingskanaal waarbij kandidaat-migrerende werknemers binnen de EU ‘in real time’ kunnen gekoppeld worden aan hier beschikbare vacatures. Een uniform systeem van competentieregistratie moet de grondslag vormen voor een Europese bemiddeling-zonder-grenzen.
De vierde trap betreft de internationale mobiliteit van buiten de EU. Gelet op de vergrijzing van de Europese beroepsbevolking en structurele deficiënties op de Vlaamse, Belgische en Europese arbeidsmarkt zullen we ons voor sommige functies sowieso moeten richten tot landen buiten de EU. Dit zal pas lukken als we hier een echt onthaalbeleid voor migrerende werknemers hebben. Vandaag is dat zeker nog niet alom aanwezig. We moeten ons meer profileren als een echte ‘ontvangstregio’ met oog voor een integraal onthaal van nieuwkomers. Een verstandige invulling van de ‘blue cards’ kan versterkend werken t.a.v. het wegwerken van hardnekkige knelpunten.
Uitdagingen genoeg, me dunkt. Tijd voor ACTIE!
Your email address will not be published. Required fields are marked*