Published by Jan Denys, on 25/07/2009
In het opiniestuk ‘Baas onder eigen hoofddoek’ (Knack 15 juli 2009) maakt redacteur Joël de Ceulaer een interessante balans op van het boeiende debat over de islamitische hoofddoek. Dit debat is zo boeiend omdat voor en tegenstanders van een verbod op het dragen van dergelijke hoofddoek allebei sterke punten hebben. Er zijn zoveel interessante invalshoeken dat het zeer moeilijk is om je opinie vast te leggen. Ook de bijdrage van de Ceulaer bevat interessante invalshoeken. Prima artikel dus dat spijtig genoeg helemaal de bocht uitgaat in de ontwikkeling van het derde argument. Daarin suggereert de Knack redacteur dat racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt een belangrijke oorzaak zijn voor de onaanvaardbaar hoge werkloosheid in de allochtone gemeenschap. De rechtse Kerk en de werkgevers zouden dit gegeven minimaliseren. Een nochtans uitgesproken intellectuele journalist als de Ceulaer verliest hier duidelijk de pedalen. Uitgerekend hij heeft er moeite mee dat anderen pogen om een (complex) probleem in de juiste context te plaatsen. Wat hij zelf in zijn opiniestuk probeert te doen, ontzegt hij aan een andere partij. Het toont duidelijk aan dat over dit specifieke onderwerp bijna geen rationele discussie meer te voeren is. Dat de allochtone gemeenschap zich veel moeilijker integreert op de arbeidsmarkt en dat dit sociaal onaanvaardbaar is, is één zaak, dat dit vooral komt door discriminerend gedrag is een andere. Met de eerste uitspraak ben ik het uiteraard eens, met de tweede niet.
Laat ons maar meteen beginnen met het thema van discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt. Wordt er gediscrimineerd op de arbeidsmarkt? Uiteraard. Als Jean-Marie Dedecker beweert dat hij niet gelooft in discriminatie dan is het de vraag wat hij daarmee bedoelt. Als hij meent dat racisme en discriminatie in het algemeen op de arbeidsmarkt niet bestaan dan dwaalt hij uiteraard. Als hij daarentegen wil zeggen dat volgens hem dit gedrag niet de belangrijkste oorzaak is van de hoge werkloosheid dan heeft hij zeker een punt. We komen hierop verder in deze bijdrage nog terug.
In elk geval kan er geen discussie zijn dat discriminerend gedrag bestaat. Wie hiervan het slachtoffer is, wordt onrecht aangedaan. Dat hiertegen wordt gereageerd is niet meer dan normaal. Maar discriminatie is geen zaak van allochtonen alleen. Ook ouderen, arbeidsgehandicapten, holebi’s en in sommige gevallen vrouwen hebben hiermee af te rekenen. Dan vergeten we nog degenen die wel degelijk gediscrimineerd worden maar helemaal geen drukkingsgroep achter zich hebben om het op de politieke agenda te zetten. We hebben het over personen die er fysisch onaantrekkelijk uitzien, heel dik zijn of heel klein. Ze doen het eveneens minder goed op de arbeidsmarkt en gedeeltelijk heeft dit te maken met discriminatie. Dit betekent niet dat alle vormen van discriminaties zomaar gelijk te schakelen zijn. Dat het thema van de discriminatie niet op de politieke agenda geraakt klopt dus niet. Er is geen enkele kansengroep die de eigen discriminatie zo manifest op die agenda heeft staan als de allochtonen. Als media berichten over discriminaties dan gaat het in minstens 95% over allochtonen. Met alle respect maar dat is geen juiste weergave van de realiteit op de arbeidsmarkt. Het pleit wel voor de lobby kracht van de betrokken organisaties.
Bij mijn weten heeft trouwens geen enkele werkgeversorganisatie ooit ontkend dat er sprake zou zijn van discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt. Het klopt ook helemaal niet, zoals de Ceulaer beweert, dat er vanuit werkgevershoek niets wordt aan gedaan. We beperken ons tot twee belangrijke initiatieven. Sedert verschillende jaren worden er met steun van de Vlaamse overheid jaarlijks in vele honderden bedrijven diversiteitsplannen ontwikkeld. Het stelt niet altijd heel veel voor maar het kan ook niet onder de mat worden geschoven. Sedert verschillende jaren is ook het project Jobkanaal van de werkgeversorganisaties Voka en Unizo actief Het is een laagdrempelig extra vacaturekanaal dat de werkgevers stimuleert om talent onder de kansengroepen aan te boren. Het streeft naar 5000 plaatsingen op jaarbasis van werkzoekenden uit de kansengroepen (allochtonen, 50+ of personen met een arbeidshandicap). De resultaten van Jobkanaal zijn interessant voor de discussie. In 2008 werden er 7 878 vacatures verzameld. Nogmaals het gaat om vacatures waar de betrokken werkgevers zich uitdrukkelijk richten op de kansengroepen. Intrigerend is dat slechts 4 294 vacatures ingevuld geraakten (minder dan twee op drie dus) door iemand uit een kansengroep waarvan zo’n 2 500 door allochtonen. Na drie jaar werking van Jobkanaal blijkt het probleem helemaal niet te zijn om vacatures in te zamelen wel om die in te vullen. Dit sluit aan bij de ervaring van zeer veel bedrijven (inclusief mijn eigen bedrijf) die uitdrukkelijk op zoek gaan naar allochtonen maar in veel gevallen geen kandidaten zien opdagen. Deze vaststelling toont duidelijk aan dat discriminerend gedrag niet de belangrijkste factor is voor het probleem. Indien dit wel het geval zou zijn zou het probleem liggen bij het inzamelen van de vacatures niet bij het invullen ervan. Ik merk, op basis van een naamanalyse, terloops op dat bij Knack noch bij de redacteuren, noch bij de medewerkers één allochtoon werkzaam is. Ik mag er toch vanuit gaan dat Knack niet discrimineert op etnische gronden bij aanwervingen van journalisten en medewerkers? Welaan dan. Als de natte droom van sommige belangengroepen ooit in vervulling komt waarbij bedrijven verplicht worden om een bepaald percentage allochtonen aan te nemen (het beruchte quota systeem) dan kunnen we nu al voorspellen dat dit op een gigantische flop zal uitdraaien.
Als discriminatie niet de belangrijkste reden is voor de hoge werkloosheid bij allochtonen dan is het uiteraard de vraag welke redenen dit wel zijn. De meest bekende is uiteraard het gebrek aan opleiding van de allochtonen. Het gaat dan zowel om een gebrek aan talenkennis als professionele competenties. Een recente studie van de VUB onder leiding van professor Ignace Glorieux (bij mijn weten geen lid van de Rechtse kerk) heeft dit nog maar eens aangetoond. Pikant detail, de studie kreeg in de pers maar een fractie van de aandacht die het Adecco-dossier in dezelfde periode kreeg. Naast het scholingsprobleem is er het attitudeprobleem bij vooral mannelijke allochtonen dat op zijn beurt een gevolg is van een problematisch opvoedingsproces in heel wat allochtone gezinnen. Maar er is een minder bekende reden die traditioneel links systematisch onder de mat schuift. De hoge werkloosheid bij allochtonen heeft voor een flink deel te maken met de inrichting en structuur van onze arbeidsmarkt. Eén voorbeeld. Onze arbeidsmarkt beschermt sowieso de insiders heel sterk en maakt het moeilijk voor outsiders om in te treden. Wie in België werkt heel veel kans om te blijven werken maar wie werkloos wordt heeft dan weer veel minder kans om weer werk te vinden in vergelijking met andere Europese landen. Het spreekt vanzelf dat zwakkere groepen op de arbeidsmarkt (waaronder de allochtonen) daar het eerste slachtoffer van zijn. Traditioneel links weigert systematisch daarover na te denken. Dit is gemakkelijk te verklaren. Als traditioneel links dit gegeven zou erkennen zouden een aantal eigen uitgangspunten in vraag moeten gesteld worden. Dan zouden ze tot de verschrikkelijke vaststelling komen dat ze zelf een oorzaak van het probleem zijn.
Waarom blijven bepaalde groepen in onze samenleving (daarin gesteund door een deel van de media) het racistisch gedrag van werkgevers als belangrijkste oorzaak benoemen voor de hoge werkloosheid bij allochtonen? Het is om te beginnen een simpele verklaring. De oorzaak kan bij één partij worden gelegd. De wereld kan weer opgedeeld worden in goeden en slechten. Voor de media levert dit spectaculaire verhalen op. Als de slechte in het verhaal dan nog de werkgever is kan het helemaal niet meer stuk want dit is volstrekt compatibel met de oude linkse schema’s. Dit laatste verklaart trouwens mee waarom het ABVV zich de voorbije maanden zo gretig op dit dossier heeft geworpen. De oplossing voor het probleem is in dergelijk model ook simpel. Het volstaat dan grotendeels dat de foute werkgevers hun discriminerend gedrag stopzetten. De eigen verantwoordelijkheid blijft op die manier ook mooi buiten schot. Het probleem is dat we op die manier weinig opschieten. De realiteit is dat de integratie van allochtonen in onze maatschappij en op onze arbeidsmarkt een werk van heel lange adem zal zijn. We hebben er een eeuw over gedaan om de sociale kwestie min of meer in goede banen te leiden en zelfs dat werk is nog niet af. Het zal trouwens nooit af zijn. Met de multiculturele uitdaging zal het niet anders zijn. Zo zitten samenlevingen nu éénmaal in elkaar.
(Deze column verscheen eerder in De Morgen)
Your email address will not be published. Required fields are marked*