Published by Fons Van Dyck, on 20/01/2010
Sinds begin deze maand is de nieuwste film van Michael Moore, filmmaker van onder andere Bowling for Columbine en Fahrenheit 9/11, in ons land te zien. In Capitalism: a love story hekelt Moore het kapitalisme en de hebzucht van grote bedrijven. Volgens Moore liggen die aan de basis van de hypotheek- en financiële crisis, en dus ook van de wereldwijde recessie die ons allemaal treft.
Ook een andere Amerikaanse topregisseur, Oliver Stone, heeft voor zijn volgende film inspiratie gevonden in de financiële crisis en de val van grootbanken als Bear Stearns. Stone is overigens niet aan zijn proefstuk want in de donkere jaren tachtig van de vorige eeuw filmde hij al over hebzucht in de wereld van traders, met het Oscarwinnende Wall Street. ‘Greed is good’ was het motto van Goron Gekko, het hoofdpersonage destijds. Gekko werd het icoon van een tijdsgewricht, maar bleek ook in de 21ste eeuw nog steeds springlevend te zijn.
Beide regisseurs schetsen een beeld – bij momenten nogal pamfletachtig – van de financiële industrie waarin er geen rem op de ambities van managers en aandeelhouders stond. ‘Animal spirits’ op het grote doek als het ware. Alhoewel het flagrant fout is om in één klap alle ondernemers (ook in de financiële sector) over dezelfde kam te scheren.
Intussen wordt algemeen maatschappelijk – en in academische kringen – erkend dat hebzucht en tomeloze ambitie mede aan de basis liggen van de grootste economische crisis sinds de Grote Depressie. En ook dat er dringend gestreefd moet worden naar een nieuw evenwicht. De keuze is duidelijk: ofwel slagen ondernemers erin zichzelf te controleren ofwel wordt de controle van de overheid op ondernemers groter. De dreiging van de Amerikaanse president Barack Obama met hoge belastingen voor inhalige bankiers liegt er niet om. ‘We want our money back’, is nu al de oneliner van het jaar. Hogere belastingen is overigens een begrip dat dertig jaar taboe is geweest in de Angelsaksische wereld, maar wekt vandaag nog amper opschudding in de publieke opinie, zelfs niet op de rozige pagina’s van de financiële media.
Maar het besef groeit in middens van weldenkende ondernemers – ook bij ons – dat korte- en langetermijndoelstellingen beter in evenwicht dienen te zijn.
Het gezaghebbende Harvard Business Review, zowat het lijfblad van de vooruitziende ondernemer, komt deze maand overigens met een overtuigende bewijsvoering. Uit een onderzoek, gebaseerd op bevindingen bij 520 bedrijven in 17 landen, blijkt dat ceo’s die de belangen van stakeholders boven winst stellen, zorgen voor een grotere betrokkenheid van de medewerkers en daarvan afgeleid betere financiële resultaten. Als de primaire focus van de ceo eenzijdig op winstmaximalisatie is gericht, ontwikkelen werknemers negatieve gevoelens tegenover de organisatie en het autocratische gedrag en het kortetermijndenken van de leider. Hierdoor zullen ze minder inzet betonen voor de onderneming en slechter presteren.
Wanneer een ceo erin slaagt een goede balans tussen de behoeften van zijn klanten, werknemers en de gemeenschap te behouden en ook rekening houdt met de impact op de omgeving, dan zien werknemers hem als visionair en participerend. Met als effect meer inspanningen van de werknemers en met als gevolg betere prestaties van de onderneming. Zelfcontrole werpt dus vruchten af, ook voor ondernemers. Een cultuur van puur graaien werkt op termijn contraproductief. En laten we in die maalstroom vooral het kind met het badwater niet weggooien.
(Deze column verscheen tevens in De Standaard)
Your email address will not be published. Required fields are marked*