Published by Jan Denys, on 09/07/2011
Het is 100 jaar geleden dat de eerste kibboets in het toenmalige Palestina, nu Israel, het levenslicht zag. De eerste kibboetsim waren landbouwnederzettingen die op collectieve leest geschoeid waren. Er was geen individueel bezit, er werden geen salarissen uitbetaald. Kinderen van de kibboets werden gezamenlijk opgevoed en sliepen apart in kindertehuizen. Maaltijden werden samen genomen in de eetzaal.
Kibboetsim hebben een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming en geschiedenis van Israel. Anno 2011 staan ze voor 9 procent van de nationale industriële en landbouwoutput. Vanaf de jaren 60 hadden ze een sterke internationale aantrekkingskracht op jongeren uit de hele wereld. Over de jaren heen kwamen zo’n 350.000 jongeren uit vijftig verschillende staten een tijd als vrijwilliger in een kibboets wonen en werken. Vooral na de Zesdaagse oorlog in 67 ontstond er een massale internationale golf van sympathie met deze jonge staat. Israel was toen een sterk merk met een hoge aantrekkingskracht. Toch was de keuze voor veel jongeren om een tijdje als vrijwilliger te werken in een kibboets niet ideologisch geïnspireerd. Voor velen was het een leuke periode om eens ‘iets helemaal anders’ te doen.
Geen sterk merk
Anno 2011 is de situatie sterk veranderd. Er zijn officieel nog steeds 270 kibboetsim in Israël maar slechts een kleine minderheid werkt nog volgens de oorspronkelijke principes. De grote meerderheid heeft zich aangepast aan de maatschappelijke evoluties. Zo waren de meeste kibboetsim verplicht om ook activiteiten buiten de landbouw te ontwikkelen (toerisme, industrie).
Hiervoor waren ze genoodzaakt om zich in te schakelen in de kapitalistische economie. Meer en meer kibboetsim begonnen salarissen uit te betalen en introduceerden loonspanning. Ook het collectief huizenbezit verdween. De maatschappelijke individualiseringstrend speelde eveneens een belangrijke rol. In de meeste kibboetsim verdween de gezamenlijke eetzaal.
Maaltijden werden in de eigen woning genuttigd. De aantrekkingskracht van kibboets (en Israel in het algemeen) op Westerse jongeren verminderde ook sterk. Op dit ogenblik zijn nog jaarlijks 1.200 vrijwilligers werkzaam. Dit is 10 procent van het hoogtepunt in de jaren 70 en 80. Westerse jongeren hebben nu sowieso veel meer alternatieven om internationale contacten op te doen. En Israël is door het conflict met de Palestijnen niet langer een sterk merk.
Anno 2011 doen vooral Aziatische gastarbeiders het werk die vrijwilligers vroeger deden. Zo ook in mijn kibboets waar ik in 1984 enkele maanden als vrijwilliger werkte. In de primitieve huisjes waar ik 27 jaar geleden sliep, logeren nu Thaise gastarbeiders. Dat herinnert er aan dat de vrijwilligers van toen ook een vorm van ‘goedkope arbeid’ waren. Het doet niets af aan de unieke ervaring die we toen hebben opgedaan.
Your email address will not be published. Required fields are marked*