Published by Frederik Anseel, on 01/08/2011
Een nieuwe onderwijshervorming komt eraan. Deze heeft schijnbaar het nobele doel om sociale ongelijkheid te verkleinen. Een verplichte vroege keuze zorgt er immer voor dat vele 12-jarigen kiezen voor het ASO en dan nog liefst de optie Latijn, omdat het ‘status’ heeft. De leerlingen die het watervalsysteem overleven, zouden dan voorbestemd zijn om sociale klimmers te worden in de maatschappij. In het nieuwe systeem zouden ASO, TSO, en BSO echter verdwijnen.
Een van de eerste slachtoffers lijkt het Latijn te worden, dat herleid wordt tot twee uur klassieke cultuur. Laat me duidelijk stellen dat ik geen Latijn- aficionado ben. Of onze intellectueel begaafde 12-jarigen nu Chinees, Arabisch of Hebreeuws studeren, I couldn’t care less. Ik wil echter pleiten tegen het idee dat er geen individuele verschillen bestaan, dat je minder ongelijkheid krijgt door iedereen hetzelfde inhoudelijke aanbod te geven, dat verschillen in intellectueel niveau per definitie slecht zijn. Het idee van de maakbaarheid van het individu zit diep ingebakken in ons onderwijssysteem.
‘Er bestaan geen slechte leerlingen. Er bestaat enkel slecht onderwijs’. Vanuit die ideologie heeft iedereen in België ook een gelijke kans om deel te nemen aan een kwalitatief bijzonder hoogstaand universitair onderwijs. Zo krijg je een gemiddeld hoger opleidingsniveau in de samenleving. Het onderwijs wordt dan afgestemd op de doorsnee student en niet op een kleinere groep begaafden. Dit is een groot verschil met Ivy League-universiteiten die zich richten op een intellectuele elite. In Europa verfoeien we die aanpak omdat we ervan overtuigd zijn dat dit tot maatschappelijke ongelijkheid en verarming leidt.
Vloeken in de kerk
Deze maand verscheen echter een opmerkelijke studie die deze assumptie onderuithaalt. Op basis van een analyse in negentig landen komen onderzoekers tot de vaststelling dat het niet het gemiddeld intellectueel niveau in een land is dat de welvaart bepaalt, maar eerder het niveau van een beperkte intellectuele klasse. Vooral deze ‘elite’ bepaalt de technologische en wetenschappelijke vooruitgang en daarmee ook een hoger bbp, meer economische vrijheid en betere politieke instituties. Zo blijkt een stijging van één IQ-punt bij de 5 procent hoogst scorende inwoners overeen te stemmen met een stijging in bbp van 468 dollar per inwoner.
Dit is vloeken in de kerk, ik weet het. Natuurlijk moeten we een uniek onderwijssysteem dat iedereen kansen geeft, behouden. Maar we moeten ook durven differentiëren. Studenten met een verschillende aanleg moeten de best mogelijke vorming krijgen afgestemd op hun eigen talenten. En als blijkt dat een bepaalde groep leerlingen intellectueel best gestimuleerd wordt door hen diepgaand onder te dompelen in de studie van het Latijn, dan zou het fout zijn om dat overboord te gooien.
ik kan dit enkel maar bijtreden, meer differentiëren en meer inspelen op individuele talenten, is de beste garantie om iedereen te laten excelleren! Ik heb heel wat talentrijke mensen verloren zien lopen, omdat ze bv geen Frans of Wiskunde konden, en daardoor bv geen piano konden gaan studeren op het conservatorium… Anderzijds verveelt de top 5 van een klas in de lagere school zich te pletter, ontwikkelt storend gedrag en is al schoolmoe of schoollui tegen dat het middelbaar zich aandient, en daar is het dan binnenkort nog meer van die eenheidsworst. Destijds was ik zelf ‘speelbal’ van een reeks schoolhervormingen – herinner u het VSO – ben benieuwd wat deze ronde gaat opleveren.
Your email address will not be published. Required fields are marked*