Published by Guests, on 05/07/2017
Door Bart Van Craeynest (Chief Economist @ Econopolis)
Voor werknemers en bedrijven blijft het interessant als oudere werkenden vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten. Zelfs de Nationale Bank, al decennia een pleitbezorger van langer werken, stapt als bedrijf mee in die realiteit. Nochtans is langer werken mogelijk.
Al zo’n 30 jaar wordt in België gewaarschuwd voor de impact van de vergrijzing. Vandaag zijn er in ons land een kleine 3 miljoen 60-plussers. Tegen 2050 komt daar nog eens een miljoen bij. Om dat op te vangen moeten we allemaal langer werken. Dat is de theorie, die door zowat elk rapport over de toekomstige uitdagingen voor de Belgische economie bevestigd wordt. De regering trok daarom de wettelijke pensioenleeftijd op tot 67 jaar, zij het pas vanaf 2030. In de praktijk blijkt dat nogal moeilijk te liggen. De loutere verhoging van de pensioenleeftijd lijkt daar weinig aan te veranderen. Mensen willen niet langer werken en bedrijven zijn hun oudere werknemers vaak liever kwijt dan rijk.
Vorige week bevestigde de zoveelste enquête, deze keer van het hr-bedrijf Securex, dat de Belg niet langer wil werken. Mensen die hun werk graag doen, zijn bereid tot hun 60ste te werken. Voor de duidelijkheid: de wettelijke pensioenleeftijd ligt vandaag ook al op 65 jaar. Mensen die alleen maar werken omdat het moet, willen maar tot 56 werken.
En ondertussen blijven bedrijven manieren vinden om afscheid te nemen van hun oudere werknemers. Eerder al namen enkele banken het initiatief hun oudere werknemers een belangrijk deel van hun loon te betalen om niet meer te werken. Nu kiest zelfs de Nationale Bank voor die optie. Dezelfde Nationale Bank die al decennialang de noodzaak van langer werken predikt. Langer werken gaat dus niet vanzelf.
Volgens sommigen is langer werken in België sowieso onmogelijk. Dat is een bizar standpunt, omdat het in zowat alle industrielanden wel lukt om langer te werken dan in België. Zo is in België minder dan de helft van de 55- tot 64-jarigen nog aan het werk. In Nederland is dat 64 procent, in Duitsland 69 procent en in Zweden zelfs 76 procent. Werken na 55 is in België niet zwaarder of moeilijker dan in die landen. De enige redenen waarom in België zoveel minder ouderen nog aan het werk zijn, hebben te maken met beleidskeuzes uit het verleden. Dat zijn keuzes die we ons zelf aandoen. De structuren op onze arbeidsmarkt zijn er nog altijd op gericht om ouderen uit de arbeidsmarkt te duwen. Individuele bedrijven kunnen daar weinig tegen beginnen, zelfs de Nationale Bank niet. Zelfs de aankondiging van de hogere pensioenleeftijd verandert daar weinig aan.
Bijsturen
Om mensen effectief langer aan het werk te houden, moet de overheid het beleidskader bijsturen. Oudere werknemers moeten financieel niet aangemoedigd worden om vroeger te stoppen. Hoewel de vorige en de huidige regering al belangrijke maatregelen namen om vervroegd vertrek minder interessant te maken, hebben individuen er nog altijd financieel voordeel bij om vroeger te stoppen met werken. Daarom moet het belasting- en uitkeringsstelsel bijgestuurd worden.
Te vaak wordt vergeten dat het ook voor bedrijven financieel interessant moet zijn om oudere werknemers aan boord te houden. Wegens de koppeling van loon aan anciënniteit worden oudere werknemers te duur in functie van hun productiviteit of in vergelijking met alternatieven. Net daardoor willen bedrijven zo ver gaan om hun oudere werknemers naar de uitgang te begeleiden.
Daarnaast moet ook veel meer geïnvesteerd worden in levenslang leren. Zeker voor oudere werknemers wordt in België opvallend weinig ingezet op opleiding. Als werknemers vanaf midden 50 stilaan aftellen naar het einde van hun carriere, dan heeft het weinig zin om te investeren in opleiding voor ouderen. Maar net door dat gebrek aan opleiding kunnen oudere werkenden niet meer mee op de arbeidsmarkt. Die vicieuze cirkel moet worden doorbroken.
Zowel voor werknemers als voor bedrijven is het interessant als oudere werkenden vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten. Rekenen op de goodwill van de bedrijven om daar tegen in te gaan, heeft geen zin. Zelfs de Nationale Bank, als individueel bedrijf, stapt mee in die realiteit. Het totaal niet verrassende resultaat is dan ook dat er van dat langer werken maar weinig in huis komt. Als de overheid mensen effectief langer aan het werk wil houden, volstaat het niet een hogere pensioenleeftijd aan te kondigen. Zolang het loon niet meer afgestemd wordt op de productiviteit in plaats van op de leeftijd en niet structureel meer geïnvesteerd wordt in levenslang leren, kunnen we nog lang wachten op dat noodzakelijke langer werken.
(Dit artikel verscheen initieel op detijd.be)
Your email address will not be published. Required fields are marked*