Published by Guests, on 10/07/2018
Door Antwerp Management School
Toen hij zijn boek ‘The New Deal at Work’ schreef, bezocht Capelli General Electrics. Daar zag hij de assembly plant en kwam oog in oog te staan met het allerbelangrijkste moment van de productie van een auto. Het moment dat de twee assembly lines – een voor de motor en een voor de body – samenkomen. Dat moment moet perfect op elkaar aansluiten. Het deed hem denken aan talentmanagement, want: “Dat is hetzelfde als het zorgen dat je de juiste persoon op de juiste plek op het juiste moment krijgt, toch?”
Het is de basis van Cappelli’s academisch werk rond wat hij de ‘Talent Supply Chain’ noemt. In ieder geval een interessante invalshoek die ons een goede kans voor de masterclass Talent on Demand leek. Cappelli, zelf een zestiger, komt steeds vaker op pensioenfeestjes en het valt hem op dat het niet de grote deals zijn die de meeste managers bijblijven. “Het gaat meestal om de kansen die zij hebben gegeven aan andere mensen. Het belang van de menselijke connectie op de arbeidsvloer is dus niet nieuw, het idee van ‘talentmanagement’ en investeren in deze resources is dat wel.
Via een aantal cases uit zijn rijke ervaring met de Amerikaanse businesswereld illustreert Cappelli dat het ons nog niet goed lukt om om te gaan met talent op een manier waardoor zij het beste van zichzelf kunnen geven. “CEO’s zeggen vaak dat ze niet het juiste talent in hun organisatie hebben”, aldus Cappelli. Dat is echter een ‘fundamentele attributiefout’. Wanneer iets niet goed loopt in een organisatie wordt dat toegeschreven aan de betrokken medewerkers. Niet alleen als hun verantwoordelijkheid, maar als een probleem op vlak van hun persoonlijkheid of skills. “Als leiders klagen dat ze niet het juiste talent hebben, overwegen ze nooit dat het aan de omstandigheden, aan de opdracht of aan henzelf (de managers dus) kan liggen.”
Eigenlijk is talentmanagement vooral een financieel probleem. “Als je een ongelimiteerd budget zou krijgen, weet ik zeker dat je alle talentproblemen in je organisatie kan oplossen.” Maar het duurt even voordat werknemers waardevol worden. Een training kost geld en pas als werknemers volledig kunnen meedraaien brengen ze geld op. Maar Capelli vindt dat een negatieve benadering: “Geld verliezen aan een medewerker moet beschouwd worden als investering, zoals er ook naar andere resources wordt gekeken.”
Waarom volstaat onze klassieke HRM-benadering niet meer? Enerzijds niet meer omdat mensen je bedrijf te snel verlaten. “Mensen gaan soms na drie jaar weg. Waarom? Omdat concurrenten ze dan meer kunnen betalen, omdat zij niet al die jaren in hen hebben moeten investeren en het dus niet terugbetaald moet worden”, aldus Capelli. Daarnaast komt de continuïteit van de organisatie in gevaar. “Om een return te krijgen, moeten medewerkers deze skills lang kunnen gebruiken. Het idee dat de benodigde skills continu veranderen, is eigenlijk minder waar dan we denken. Het is meer de onzekerheid daarover die problematisch is.”
Er moet dus moet er nagedacht worden over de manier waarop nieuw talent kan worden binnen gehaald. Capelli noemt er drie.
Build: bouw aan je interne talent. Dit kan heel winstgevend zijn, maar is ook risicovol. Je investeert en als medewerkers je dan verlaten, verlies je je investering. Of als je de skills niet meer nodig hebt, heb je voor niks geïnvesteerd.
Buy: rekruteer extern talent. Door iemand van buitenaf aan te nemen hoef je niet meer te investeren in training, want iemand anders heeft dat al gedaan. Het risico is relatief klein, maar er komt wel een kost bij kijken.
Borrow: haal talent op het nippertje binnen. Voor specifieke taken kun je tijdelijk mensen ‘inhuren’ via consultancybedrijven bijvoorbeeld, of door te werken met freelancers. Het risico hiervan is kleiner, maar de kost nog hoger.
Hoe bouw je dan talent, als je de kosten laag wil houden? Daar zijn wel wat oplossingen voor. Cappelli is groot voorstander van dat we meer gaan doen om ons interne talent te laten renderen.
Mensen worden gedreven door nieuws uit de zakenwereld, over de nieuwste dingen en of ze belangrijk zijn of niet. “Daarom zijn we zo gefocust op artificial intelligence, ondanks het feit dat de mensen die AI aan het ontwikkelen zijn zeggen: ‘We hebben nog geen AI.’ De media produceert eerdere nieuwe zorgen dan nieuwe trends. Innovatie gaat niet steeds sneller, technologie en productiviteit ook niet. The powerful factor driving business is ideas.” Een van die ideeën lijkt ‘agile’ te zijn: een proces om projecten en daarmee ook je business optimaal te organiseren.
“Alle bedrijven willen meer agile worden, zonder echt te weten wat dat inhoudt. De reden dat agile belangrijk is, is omdat innovatie belangrijk is. Iedereen wil innovatief zijn, omdat het je hoger op de profit curve zet.” Je kan echter pas agile zijn als je een innovatieve focus hebt. Maar ook andere dingen moeten veranderen. Doordat je constant open moet kunnen praten over prestaties en vooruitgang, hebben veel agile bedrijven bijvoorbeeld ook gedag gezegd tegen jaarlijkse functioneringsgesprekken, waarom slechts een keer per jaar evalueren? Als je investeert in continu optimaliseren, heb je niet een jaarlijkse evaluatie nodig.
Ook leertrajecten binnen bedrijven veranderen daardoor. Leren in een agile bedrijf of team zal gefragmenteerder worden: steeds inspelend op de noden zoals die zich voordoen. Talent is met andere woorden een fluïde gebeuren, waar het beste agile mee omgegaan kan worden. Talent gaat niet alleen over wat het bedrijf nodig heeft, maar ook waar de medewerker behoefte aan heeft. Het gaat over het nu én de toekomst. Slechts deels kun je die toekomst inschatten, maar je kunt er sowieso leren vlot op te anticiperen.
(Dit artikel verscheen initieel op blog.antwerpmanagementschool.be)
Your email address will not be published. Required fields are marked*