Published by Guests, on 25/10/2018
Door Philippe Diepvents (Directeur studiedienst Vlaams ABVV.)
Volgens Acerta werkt de Belg gemiddeld 24 uur per week en zijn de niet-gewerkte uren ‘onbenut arbeidspotentieel’. Klopt dat wel? Neen, volgens Philippe Dievents. Hij is het beu dat werknemers de schuld krijgen van de krapte op de arbeidsmarkt. De Belg werkt nu al meer dan zijn buren, nog meer werken is niet de oplossing.
‘Goedemorgen, het is vandaag over heel de wereld bekeken gemiddeld 20 graden. Doe gerust een T-shirt aan wanneer u naar het werk vertrekt.’ Menigeen zou de wenkbrauwen fronsen, mocht Frank Deboosere ’s ochtends deze goede raad geven op het radiojournaal. Dat gaat zo met gemiddelden: meestal zeggen ze weinig en geven ze vooral een algemene indruk. Het is dus van belang om er op een wetenschappelijk verantwoorde en objectieve manier mee om te gaan. Met de juiste duiding.
Neem nu het artikel over een Acerta-onderzoek met de titel ‘Werkweek stopt na 24 uur’ (DS 30 oktober). Je kunt je een aantal vragen stellen bij de aanpak om tot dat resultaat te komen (met een andere methodologie komt de Oeso op 29,7 uur en de VUB op 35 uur), maar dat is niet de essentie. Waar het wel om draait, is de duiding die je her en der bij die titel, en dus bij dat gemiddelde, ziet opduiken. Menig zelfverklaarde arbeidsmarktexpert twitterde:‘Zie je wel dat we te weinig werken’, of een cynische variant daarop. De conclusie luidt al snel: we hebben het veel te goed en kunnen gerust wat harder werken.
Noodsignalen
Acerta legt de link met de krapte op de arbeidsmarkt en benoemt de niet-gewerkte uren als ‘onbenut arbeidspotentieel’. Ook dat is suggestief, zeker in het gepolariseerde debat dat gevoerd wordt over hen die willen werken en hen die dat zogenaamd niet willen. Is er effectief ‘een onbenut arbeidspotentieel’? Laten we daarvoor kijken naar de werkuren die Acerta in rekening brengt.
Is er sprake van onbenut arbeidspotentieel? Zeker weten: er zijn 200.000 werklozen
Er zijn veel goede redenen waarom mensen deeltijds werken of formules van tijdskrediet opnemen. Zo zijn er (volgens de studiedienst van de Vlaamse regering) al bijna een miljoen Vlamingen die mantelzorg opnemen voor een naaste. En onder meer minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) wil met zijn vermaatschappelijking van de zorg dat we dat nog meer gaan doen. Als we dat doen, dan gaat dat ten koste van onze werktijd. Het alternatief, voor wie dit potentieel wil benutten, is fors investeren in het zorgaanbod, zodat zorgbehoevenden niet meer op familie moeten rekenen. Ook dat zie ik deze regering niet meteen doen.
Is er sprake van onbenut arbeidspotentieel? Zeker weten. Er zijn 200.000 werklozen, van wie meer dan 30.000 met een handicap, meer dan 40.000 werkloze 55-plussers, 60.000 werklozen met een migratieachtergrond en meer dan 60.000 langdurig werklozen. Het gemiddelde aantal uren dat we werken, zegt daar helemaal niets over en erger, het suggereert dat de krapte op de arbeidsmarkt de schuld is van werknemers. Misschien moeten we er het Oeso-cijfer opnieuw bij nemen, want dat laat een internationale vergelijking toe: met 29,7 uur werken we meer dan onze buurlanden. Het wordt dus tijd om de verantwoordelijkheid voor de arbeidsmarktproblemen bij de juiste factoren te leggen.
(Dit artikel verscheen initieel op standaard.be)
Your email address will not be published. Required fields are marked*