Published by Guests, on 26/04/2019
Door Gerdien Van Breugel (Talentsoft)
E-learning kent geen grenzen, daar is iedereen het over eens. Overal ter wereld kan iemand aansluiten op een LMS, maar voor internationale toepassing is wel wat organisatie en strategie nodig. Met welke criteria moet je rekening houden en voor welke valkuilen moet je oppassen voor een succesvolle internationale implementatie?
Wereldwijd vs lokaal
Als het voor de organisatie van je LMS belangrijk is om rekening te houden met de manier waarop cursisten zijn aangesloten, zijn de organisatie van bestuur, lokale strategieën en politieke elementen binnen de organisatie net zo belangrijk. Alle landen en opleidingsafdelingen hebben specifieke kenmerken, waardoor e-learning-content die je wereldwijd kunt inzetten zeldzaam is en er vertaalwerk gedaan moet worden. Een wereldwijde toepassing zal daarom waarschijnlijk niet uit zichzelf gaan werken.
Als je aan de andere kant geen wereldwijd LMS-beleid opstelt, loop je de kans mis om voordeel te halen uit schaalvergroting en synergie binnen een internationaal bedrijf. Dit is precies waarom grote internationale organisaties zo sterk zijn.
Wanneer de organisatie niet wereldwijd geregeld wordt, maar ook niet lokaal, noemen we dat “glocal” (een samentrekking van global en local). Dit is een internationaal gecentraliseerde IT-oplossing, die flexibel genoeg is om in elk land aangepast en bestuurd te worden. Dat is de kracht van SaaS LMS-platforms: je hebt het voordeel van flexibele configuratie, waardoor je overal over alle functionaliteiten beschikt, aangepast aan de lokale omgeving.
De belangrijkste “glocal” valkuilen
Mislukking van deze strategie van gecentraliseerd software-management in combinatie met gebruik door lokale teams heeft meestal niets te maken met technische problemen van het LMS, maar met twee interne problemen. Het eerste probleem heeft te maken met kwaliteitscontrole. In zo’n geval wil het land dat de LMS-integratie leidt (meestal het hoofdkantoor, maar niet altijd) voortdurend controle houden over de content die in het platform wordt opgenomen. Dit vertraagt het proces echter enorm, en als gevolg daarvan de aanvoer van cursussen. Er zal een gat ontstaan tussen het moment waarop de contentproductie is afgerond en het moment waarop de content beschikbaar is voor cursisten in datzelfde land. Het tweede probleem heeft te maken met interne doorberekeningen. De kosten die doorberekend worden voor verschillende taken die op het hoofdkantoor zijn uitgevoerd, zijn vaak veel hoger dan de kosten van een lokaal LMS in het land.
Moet LMS of LCMS in pools georganiseerd worden?
Het directe gevolg van de problemen die hierboven genoemd worden, is de ontwikkeling van verschillende LMS-systemen die naast elkaar bestaan in grote Internationals, landen, bedrijfseenheden, dochterondernemingen, enz. Elke ruimte die er is, kan leiden tot de ontwikkeling van een trainingsplatform. Is dit een probleem dat aangepakt moet worden? Niet helemaal. Samenvoegen en samenwerking moet, zonder twijfel, meer gericht zijn op opleiden, dan op levering. Het is duidelijk dat opleidingsmanagers veel meer voordeel halen uit de synergie binnen hun teams op het gebied van informatie en de ontwikkeling van tools, dan van een eventueel gezamenlijk distributiekanaal. Als je geen behoefte hebt aan een “glocal” strategie voor je LMS, zou je wel een LCMS centraal kunnen stellen waarbij elk LMS een onderdeel vertegenwoordigd.
Your email address will not be published. Required fields are marked*