Published by Guests, on 01/05/2020
Door Koen Schoors (Professor economics UGent)
Tijd om onze oogkleppen af te leggen en zelf te veranderen.
Sommigen beschrijven het coronavirus als een buitenaardse inval. We worden aangevallen door een geniepige, onzichtbare indringer. We zijn ermee in oorlog. En dus moet die indringer teruggedrongen, vernietigd worden, om uiteindelijk uitgeroeid uit het universum te verdwijnen.
Anderen beschouwen het als een straf van de natuur. De mens heeft eeuwenlang geparasiteerd op de natuur, heeft zijn gastheer schaamteloos misbruikt en daarna vernietigd. Hij heeft zich eigenlijk gedragen als een virus voor de natuur, en nu slaat die natuur in stijl terug met een tegenvirus.
Een derde groep beschouwt de coronacrisis als de definitieve ondergang van een systeem, naar keuze de markteconomie, het neoliberalisme of de globalisering.
Al die metaforen zijn misleidend. Het coronavirus trekt zich daar niets van aan. Het volgt zijn eigen evolutionair algoritme en doet wat goed is voor zichzelf. We vormen de archipel van menseneilandjes waarlangs het virus reist, zich verspreidt en vermenigvuldigt, tot alle bereikbare eilandjes gekoloniseerd zijn.
Het coronavirus is daarom een deel van ons, van de manier waarop we produceren, wereldwijd met elkaar handelen, met elkaar contact houden, reizen, eten, drinken, feesten en werken. Het netwerk van mensen is zijn snelweg. Daarom zal deze crisis meer dan andere crisissen ons ertoe aanzetten ons gedrag te veranderen. Als we dit virus willen veranderen, moeten we deze keer zelf veranderen.
Het voornaamste wat we moeten kwijtspelen zijn onze oogkleppen. Onze maatschappij is gebaseerd op een blind vertrouwen in anderen. Wie van ons kan buiten de maatschappij overleven? We hangen in ons dagelijks leven elk moment af van volslagen vreemden die goederen produceren, diensten leveren, in veiligheid voorzien, energie en water naar onze huizen brengen.Onze moderne, geïndustrialiseerde maatschappij kan maar bestaan door een enorme hoeveelheid vertrouwen in volslagen vreemden, een eigenschap waarover onder de dieren alleen de moderne mens beschikt. Zelfs preppers ontsnappen daar niet aan. Want de voorraden die ze aanleggen, stellen het moment waarop hun afhankelijkheid pijnlijk aan het licht komt enkel uit.
Dat impliceert dat we met oogkleppen rondlopen, dat we in essentie blind zijn. Om psychologisch te kunnen omgaan met die afhankelijkheid van wildvreemden hebben we een beschermingsmechanisme opgebouwd. We concentreren ons op onze taak, ons radertje in het geheel, onze professionele normen en waarden, zonder lang stil te staan bij wat ons gedrag voor anderen betekent.We houden dus geen rekening met de externe effecten die we hebben op onze omgeving.
Dat is geen eigenschap van het kapitalisme, zoals velen hopen. Ook het communisme had haar ecologische rampen en oogkleppen voor externe effecten. Denk aan Tsjernobyl of aan de ondergang van het Aralmeer. Ook talloze pre-industriële maatschappijen zijn aan die ecologische blindheid ten onder gegaan.
We zaten door de opwarming van de aarde al tegen de grens van onze blindheid, maar dat was ver genoeg van ons af om nog te negeren. Nu lopen we echt tegen een muur. We dringen zonder nadenken routineus binnen in het domein van de natuur. En de dichtheid van het wereldwijde mensennetwerk is zo hoog dat de kans op wereldwijde pandemieën virussen, bacteriën of andere pathogenen – gevaarlijke hoogten bereikt.
We kunnen wel volop inzetten op een vaccin. Maar er komt altijd weer een volgende globale ziekmaker. Tenzij we erin slagen zelf te veranderen. We moeten onze blindheid voor de kosten die ons gedrag voor buitenstaanders veroorzaakt afleggen en onze maatschappijen anders organiseren. Dat betekent voor de wereld als geheel meer welvaart en meer welzijn.
Dat impliceert nadenken over betaalbare zorg voor iedereen en het woon-werkverkeer en thuiswerken bevorderen. Investeren in goed internet en thuiswerkinfrastructuur voor iedereen, en minder in wagens en brandstof. Het resterende wagenpark vergroenen, de energievoorziening duurzamer maken en de externe kosten van wereldwijde handel in rekening brengen met een CO2-douaneheffing.
Dat impliceert dat we strategische sectoren terughalen met meer lokale toegevoegde waarde. Dat we voedselkettingen korter en duurzamer maken, de relatie tussen stad en platteland veranderen en producten en diensten anders ontwerpen, zodat de toegevoegde waarde lokaal blijft door onderhoud en herstel. In boekhoudsystemen – bij bedrijven, banken en overheden – moeten behalve de directe ook de externe kosten in rekening worden gebracht. Die externe kosten moeten gewicht krijgen bij financieringsbeslissingen en bij monetaire beleidsbeslissingen.
Wij zijn corona, want wij zijn blind. Het is tijd om onze oogkleppen af te leggen en zelf te veranderen. Het zal ons verrijken in elke betekenis van het woord.
(Dit artikel verscheen initieel op tijd.be)
Your email address will not be published. Required fields are marked*