Published by HRMblogs, on 28/02/2021
Door Jochanan Eynikel (Etion)
Nauwelijks een jaar na het uitbreken van de coronapandemie begon de wereld aan de grootste vaccinatiecampagne uit de geschiedenis. De schaal en schade van deze pandemie, de belangen en toegewezen middelen waren dan ook nooit groter. De gedeelde ambitie om snel uit deze gezondheidscrisis te geraken, zette een ongeziene turbo op de ontwikkeling van meerdere goed werkende vaccins.
v
De snelle ontwikkeling van het vaccin betekent echter nog niet dat de verdeling ervan even vlot loopt. Naast de logistieke uitdagingen is een volgende horde het wegnemen van vaccintwijfel. Het goede nieuws: volgens onderzoek is 75% van de Belgen bereid om zich te laten vaccineren. Hiermee zouden we (nipt) de vereiste 70% vaccinatiegraad halen die nodig is om de pandemie uit te doven. Maar: slechts 40% wil dat meteen doen. De resterende 35% wacht liever even af. 14% zegt zich zeker niet te willen vaccineren en valt allicht moeilijk te overtuigen.
Om ‘het rijk der vrijheid’ te bereiken is dus mogelijk meer nodig dan de bevolking vriendelijk uit te nodigen voor een prikje. Een algemene verplichting is voorlopig niet aan de orde. Op dit moment zijn er ook niet voldoende vaccins beschikbaar om die verplichting waar te maken. Daarnaast is er ook een ethisch-strategisch argument voor vrijwilligheid. Een verplichte vaccinatie grijpt aanzienlijk in op onze individuele vrijheid en lichamelijke integriteit. Dat valt enigszins te verantwoorden gezien het collectieve belang voor de gezondheidszorg, maar zeker in deze fase zou een harde verplichting tot het ongewenste effect kunnen leiden. Verplichting zou om diverse redenen kunnen leiden tot meer weerstand, zelfs bij wie vandaag niet twijfelt aan het nut van een vaccin. Wantrouwen in de overheid bijvoorbeeld. Of politieke meningsverschillen met de regerende beleidspartijen. De overheid kiest daarom vandaag voor het aanmoedigen in plaats van het opleggen van vaccinatie.
v
Het (voorlopig) uitblijven van een algemene verplichting, betekent niet dat er geen sectorspecifieke verplichtingen kunnen volgen. Zo geldt er nu al een vaccinatieplicht tegen hepatitis B voor gezondheidsmedewerkers en tegen tetanus in de land- en tuinbouw en de afvalverwerking. Onder meer UZ Brussel CEO Marc Noppen pleitte daarom om dit uit te breiden naar verplichte coronavaccinatie in de gezondheidszorg. Momenteel lijkt men echter de huidige vaccineringsbereidheid af te wachten alvorens meer dwingende maatregelen te nemen.
Kunnen bedrijven op eigen houtje hun werknemers verplichten tot vaccinatie? Het antwoord is neen. Op enkele wettelijk bepaalde uitzonderingen na kan een werkgever geen vaccinatie opleggen. Voor het COVID-19 vaccin bestaat er momenteel zo geen uitzondering en is er dus geen juridische basis voor verplichting. Ook een ontslag omwille van niet-vaccinatie is in principe niet mogelijk.“Het is zelfs mogelijk om onder CAO 90 een collectieve ‘prikbonus’ toe te kennen wanneer een bepaald percentage van de werknemers zich laat vaccineren.”
v
Dat wil echter niet zeggen dat werkgevers geen enkele rol kunnen spelen in de vaccinatie-uitrol. De interventieladder van Nuffield in de bio-ethiek toont dat er heel wat bandbreedte is tussen verplichting en vrijheid blijheid:
Of er een vaccinverplichting komt in bepaalde sectoren, is in de eerste plaats een beslissing van de overheid. Dit hoort het ook te zijn gezien het publieke belang van dergelijke maatregelen. Dit neemt niet weg dat werkgevers nu al op een aanmoedigende manier kunnen bijdragen aan het bestrijden van de pandemie.
(Dit artikel verscheen initieel op etion.be)
Your email address will not be published. Required fields are marked*